Peter Bastiaanssen
Woorden om beelden
Hoewel ik eigenlijk vind dat mijn werk voor zichzelf spreekt en ik het niet noodzakelijk acht dat de toeschouwer mijn perspectief deelt, wil ik toch enige woorden wijden aan de beelden die ik met penseel of bijl oproep.
Mijn schilderijen en beelden ontstaan altijd vanuit mijn kijk op de wereld. En hoewel deze kijk donkerder wordt, naarmate ik dieper in mijn ziel (of is het mijn navel?) kijk, blijven mijn werken, op het eerste gezicht, vrolijke en aangenaam verteerbare verbeeldingen.
De wereld is een tranendal, daar zijn we het allemaal over eens en dat hoeven we dus ook niet meer van de daken te schreeuwen. Maar om de kommer en kwel helemaal te negeren lijkt me ook niet echt heilzaam.
In mijn wereldbeeld zijn mensen niet persé slecht, ik zie ons meer als sukkelaars, tussen wal en schip gevallen, niet echt dier maar zeker geen goden. En zo zitten we op ons kleine planeetje dat zich, met een enorme snelheid door een eindeloze leegte stort; we weten niet waar we vandaan komen, we weten niet waar we naartoe gaan. Letterlijk “Lost in space”.
Maar met dit referentiekader kunnen we natuurlijk niets en daarom heeft de mensheid er het volgende op gevonden: hij liegt! Of positiever geformuleerd; hij gebruikt zijn fantasie. De mens verzint verhalen waar hij dan vervolgens zelf in gaat geloven en wanneer veel mensen dezelfde leugens volgen; dan hebben we een godsdienst of zelfs een hele cultuur.
De zaak is wel om hardnekkig te blijven geloven in al de leugens want anders stort onze wereld in en rest ons de grote leegte. Ik zie al deze leugens aan, ik herken ze als leugens, en verkies het toch om in mijn leugens verder te leven; het is goed zo.
Maar het is ook goed te beseffen dat wij in leugen leven en dat we zelf onze leugen, naar eigen behoefte kunnen kiezen. Daar gaat mijn werk over.
De vrolijke interieurtjes zitten als het ware, met leugentjes aan elkaar geschilderd. En als je ze wil zien, zie je ze; de schaduwen en perspectief kloppen nooit. De meubels zijn niet echt gebruiksvriendelijk, en al het leven is ontworteld; de hond, van oorsprong wolf, is zo gecultiveerd, dat hij slechts kan wachten op de mens (die in de schilderijen nooit komt opdagen) zodat hij z`n koekje mag ontvangen. De goudvis in zijn veel te kleine aquarium, zijn kleine veilige wereldje zonder enig avontuur. Zelf wanneer de vis het aquarium verlaat kan hij niet anders dan als een mot om een lamp cirkelen in doelloosheid.
Bloemen zijn altijd ontworteld en wachten een langzame dood. Tenslotte staat het eeuwige kopje koffie weer koud te worden. De mens (gast?) laat immer op zich wachten.
En toch zijn de schilderijen vrolijk en optimistisch … hoe kan dat toch?
Voor mij is het een bewijs dat de leugens werken. Ik raad dan ook een ieder aan om te volharden in de leugen, maar kijk uit welke leugens je kiest; want de juiste leugen maakt het leven zoet, de foute leugens daarentegen …